HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
VERHALENBUNDEL
OP STAP MET ....OOM AGENT
Een serie korte waargebeurde verhalen uit de politiepraktijk van 30 á 40 jaar geleden, opgeschreven door een vrijwilliger die in de Bollenstreek bij de politie heeft gewerkt.
6. De glazen muiltjes….
Er was eens, heel lang geleden, in een klein politiebureau in de Bollenstreek, een arme politieagent. Hij zat midden in de nacht zijn vingers blauw te typen op een oude, zware typemachine. Hij moest hard werken om zijn vrouw en vier bloedjes van kinderen te eten te geven. Want die zaten met hongerige, lege maagjes thuis op papa te wachten, tot hij voldoende had verdiend om ze te eten te geven. Hij werkte zich in het zweet voor een grote boze baas en die wilde dat hij zijn werk op tijd af kreeg…..
Ha, heerlijk, een ouderwets een sprookje…. Hoor ik u denken.
Nee hoor, echt niet, ook geen fabeltje, maar ik wilde in de stijl van de titel verder gaan en alvast een beetje de sfeer opbouwen.
Het was echt midden in de nacht en de telefoon op mijn bureau rinkelde. Het was de alarmlijn en dus moest ik die snel opnemen. Nadat ik mij gemeld had met: “Met de politie…”, hoorde ik een bibberige vrouwenstem vragen: “Wanneer krijg ik mijn schoentjes nou eens terug ?” Ik was stomverbaasd. Te oordelen aan haar stem moest deze mevrouw de middelbare leeftijd al lang gepasseerd zijn. Lang tijd om na te denken kreeg ik niet, want zij ging meteen verder met vragen naar haar schoentjes. Na enige tijd kreeg ik de mogelijk om ook wat te zeggen. Ik snapte er nog helemaal niets van. Ik vertelde haar dat wij geen schoenwinkel hadden en dat zij eventueel de volgende morgen maar nog eens moest bellen, waarna ik de telefoon ophing.
Ik ging weer verder met mijn werk, maar niet voor lang. Het duurde geen drie minuten of de alarmlijn ging weer over. Nu nam een collega de telefoon op en ik hoorde al snel dat het dezelfde mevrouw weer was. Zij was zojuist door een of andere onbeschofte blaag te woord gestaan en dat accepteerde zij niet en wilde nu de chef of de oudste in rang spreken. Helaas was die nacht die ‘blaag’ ook de chef. Dus zat ik even later weer met haar aan de telefoon. Ik snapte er steeds minder van. Zij wilde schoentjes terug, glazen muiltjes. Dat deed mij dus denken aan het sprookje van Assepoester, maar meer ook niet. Ik voelde mij eerlijk gezegd een beetje in de boot genomen. Ik vertelde haar weer dat de politie niets met schoentjes en zeker niets met glazen muiltjes te maken had. Er waren geen gevonden voorwerpen die daarop leken en wij hadden ook geen glasblazerij. Ik vroeg haar beleefd om morgen, overdag dus, nog eens terug te bellen en legde de telefoon weer neer omdat wij al die tijd de alarmlijn bezet hielden voor zo iets raars.
Om kort te gaan: zij heeft het uurtje daarna nog verscheidene malen opgebeld. Inmiddels had een van de collega’s het rapportenboek tevoorschijn gehaald en hij zat daarin te bladeren. Toen bleek dat die mevrouw de afgelopen week al diverse malen, ook ‘s nachts. gebeld had en steeds weer over die glazen muiltjes begon. Ook toen blokkeerde zij de alarmlijn. Maar de collega’s waren niet verder gekomen dan wij, tot nu toe.
Toen mevrouw weer belde, het zal al de achtste of tiende keer geweest zijn, knoopte een collega een gesprek met haar aan. Na veel gepraat en geïnformeer kwam hij haar naam te weten, want die had zij nog steeds niet verteld. Hij begreep dat zij in een aanleunwoning van een bejaardencentrum in de omgeving van Arnhem moest wonen. Op goed geluk hebben wij toen een aantal bejaardencentra daar opgebeld, haar naam genoemd en zo kwamen er via de nachtverpleging achter waar zij precies woonde.
Op ons verzoek ging een van de verplegende naar de betrokken mevrouw toe en nam na een geruststellend gesprek voor alle zekerheid haar telefoontoestel mee. Dit om ons en onze alarmlijn de nodige rust te gunnen.
De volgende dat werd via een maatschappelijk werkster aldaar contact met haar en haar familie gezocht en de zaak uitgepraat.
Wat bleek: Mevrouw was in de septembermaand van 1944 uit de omgeving van Arnhem geëvacueerd in verband met de veldslag die daar gevoerd werd. U weet dat vast wel, de slag om Arnhem die door de geallieerden Market Garden werd genoemd. Zij was in Sassenheim bij familie of bekenden terechtgekomen en had bij haar bagage ook een paar glazen muiltjes zitten die zij van een geliefd familielid had gekregen. Deze muiltjes waren gebroken, zoekgeraakt of misschien wel gestolen. Zij meende zelf het laatste, maar wie zal het zeggen ?
Doordat de jaartjes nu bij haar gingen tellen raakte zij een beetje in de war en besloot de politie te bellen omdat zij nog toch wel eens die muiltjes terug wilde hebben.
Ik heb haar geen glazen muiltjes terug kunnen bezorgen. De informatie uit de oorlog was bij ons natuurlijk ook niet meer terug te vinden. Ik heb haar dus niet gelukkig kunnen maken. De vraag was of zij dat ook nog wel begreep. In ieder geval wist zij nog wel haar zegje te zeggen en dat heeft ons de nodige uurtjes, telefoontjes en zweetdruppeltjes gekost.
Enne……. ‘Assepoester’ heb ik nooit meer gehoord
Oom Agent.
Naar > Overzicht verhalenbundel op pad met oom Agent.
reageren op dit artikel mail naar
-
Categorie: MA11 Verhalen van Oom Agent
-
Laatst bijgewerkt op 22 november 2021
-
2812 keer bekeken
- Lorem ipsum dolor sit amet.
Zoeken op deze site
Nieuwste artikelen
- Pagina Landgroep LUYKSGESTEL
- Pagina Landgroep BERGEIJK
- Pagina Landgroep BUNSCHOTEN
- Reünie Klas C 1975 Opleidingsschool Horn
- RP Parketgroepen in ontwerp
- RP en de Kustwacht in ontwerp
- Pagina Landgroep ROSMALEN
- Pagina Landgroep SLEEUWIJK / WOUDRICHEM
- Pagina Districtsstaf ALMELO
- Pagina landgroep BEDUM
- Opvang- Stagegroep SCHEEMDA
- F.G. Veltink. 25 jaar ambtenaar bij het Korps Rijkspolitie.
- VWS Brochure 1969 Rijkspolitie
- Pagina landgroep VOORST
- Laatste Site-info d.d. 30-12-2023
- AVD Archief R. Hiddinga
- AVD Gehuwd en twee kinderen
- AVD 25 jaar. Wie is die vogel
- Menu De oprichting en opbouw van de R.P.
- M.E. Archief De gijzelaar v. Nijmeijer De Punt 1977