HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
VERHALENBUNDEL
OP STAP MET ....OOM AGENT
Een serie korte waargebeurde verhalen uit de politiepraktijk van 30 á 40 jaar geleden, opgeschreven door een vrijwilliger die in de Bollenstreek bij de politie heeft gewerkt.
11. Een autorit op leven en dood….
Het gebeurde in de tijd dat de Volkswagenbusjes van de Rijkspolitie nog blauw waren, met een grote ster op het voorportier. De vrouwelijke wachtmeesters hadden nog maar nèt hun intrede in politieland gedaan en er waren nog geen huisartsenposten. De huisartsen deden nog gewoon avond- en weekenddiensten vanuit hun woning en soms moest je dan wel naar een naburig dorp rijden.
Het was in de zomer op zaterdagmiddag rond een uur of half twee. Ik reed met Marleen in de Kerkstraat in Noordwijkerhout en wij gingen in de richting van het centrum. Ter hoogte van het Clemens’ retraitehuis werden wij luid toeterend door een personenauto ingehaald. Meteen toen deze voor ons reed remde deze abrupt af. Er moest dus wel wat aan de hand zijn. De bestuurder stapte uit en kwam met grote stappen op de politiebus aflopen. Toen kwam zijn verhaal. Hij had een zoontje bij hem in de personenauto en dat zoontje had vergif gedronken. Hij was nu met hem onderweg naar de dienstdoende arts in De Zilk en hij wilde dat wij, met zwaailicht en sirene, voor hem uitreden.
De eerste vraag die je dan stelt is: wat voor vergif? Dat bleek formaline te zijn. Welis- waar verdund, maar toch…. Daarom leek doorrijden naar de dokter in De Zilk geen goed idee. De beslissing hadden Marleen en ik snel genomen: wij gingen niet naar De Zilk maar naar Leiden, naar een ziekenhuis. Terwijl ik de Volkswagenbus in de drukke Kerkstraat keerde haalde Marleen met de vader het kind uit de auto.
Achter in ons busje werd het in een deken gerold en daarna begon een dolle rit naar het Academisch Ziekenhuis in Leiden.
Door het gif had het jongetje inmiddels overgegeven en uit zijn mond kwamen grote slierten slijm. Een reactie van de formaline, hoorde ik later. Omdat ik moest rijden verzorgde Marleen het kind en ook de verbinding met de meldkamer van ons hoofdbureau. Zij moesten ervan afweten om het ziekenhuis alvast in te lichten en op de drukke kruispunten een collega neer te zetten om het ziekenhuis snel te kunnen bereiken.
Met zwaailicht en sirene ging het via de ’s-Gravendamseweg, Teylingerlaan en de van Pallandtlaan naar de Rijksweg. Daar konden wij tenminste goed doorrijden. Onderwijl kon de vader zijn verhaal vertellen. Het kind had op een erf van een buurman (een loonwerker) gespeeld en zag daar een landbouwmachine staan met een grote tank erop. Het ging in dit geval om een injecteermachine. In de tank zat dus de formaline die gebruikt werd om de bollenakkers te ontsmetten. Aan de tank zat ook een kraantje. Denkend dat er water in de tank zat ging de kleine met zijn mond onder de kraan hangen, draaide deze open en dronk dus van het gif.
Bij de Rijnzichtweg in Oegstgeest gingen wij de Rijksweg af en gelukkig stond onder aan de afrit een collega die het verkeer even stilhield zodat wij ongehinderd door konden rijden. Datzelfde gebeurde in Oegstgeest bij de ‘Leidschebuurt’ bij de Willibrorduskerk. Op dit kruispunt van de Rijnzichtweg en de Rhijngeesterstraat werd ook het verkeer stil gezet. Dit snelle doorrijden had wel gevolg voor de ‘lading’ achterin. Mijn collega en de vader hadden handen en voeten nodig om overeind te blijven en het jongetje op de bank te houden als ik een bocht nam.
Het jongetje had het niet meer van ellende, maar ik had daar geen tijd voor om naar te kijken. Dat deed Marleen wel want ik had alle aandacht op de weg nodig. Via de Rhijngeesterstraatweg en de Wassenaarseweg kwam wij tenslotte op het terrein van het Academisch Ziekenhuis aan. Ook hier stonden her en der beveiligingsmensen klaar om ons de weg te wijzen (het was nog op het oude - grote – ziekenhuisterrein) naar de spoedeisende hulp.
Toen wij daar aankwamen stonden de verpleegsters met een brancard klaar. Vader en ‘mijn’ Marleen gingen mee naar binnen. Ik kon eindelijk mijn van spanning overslaande hart wat rust gunnen.
Nadat ik via de mobilofoon de klus aan de meldkamer afmeldde en de hulpvaardige collega’s bedankte kreeg ik te horen dat ik een recordtijd had gereden. Ik weet nu niet meer hoe lang of eigenlijk hoe kort ik er over had gedaan , maar toen schrok ik er wel even van.
Na een klein halfuurtje kwamen Marleen en de vader bij mij. Zij zagen er allebei belabberd uit. Gelukkig was de jongen veilig en buiten levensgevaar, maar na een aantal injecties en een maagspoeling gingen alle aanwezigen in de behandelkamer ook spontaan overgeven. Dat scheen een chemische reactie te zijn waar je niet aan kon ontkomen. Maar ja, wat gaf het. De kleine redde het wel en was in goede handen.
Een paar dagen later kwam de vader op het bureau om ons te bedanken. Hij had van de behandelende internist vernomen dat het een groot geluk was dat hij door ons naar het ziekenhuis was gebracht en niet naar de arts in De Zilk. Anders was de afloop niet zo gunstig geweest.
Oom agent.
Naar > Overzicht verhalenbundel op pad met oom Agent.
reageren op dit artikel mail naar
-
Categorie: MA11 Verhalen van Oom Agent
-
Laatst bijgewerkt op 22 november 2021
-
3973 keer bekeken
- Lorem ipsum dolor sit amet.
Zoeken op deze site
Nieuwste artikelen
- Pagina Landgroep LUYKSGESTEL
- Pagina Landgroep BERGEIJK
- Pagina Landgroep BUNSCHOTEN
- Reünie Klas C 1975 Opleidingsschool Horn
- RP Parketgroepen in ontwerp
- RP en de Kustwacht in ontwerp
- Pagina Landgroep ROSMALEN
- Pagina Landgroep SLEEUWIJK / WOUDRICHEM
- Pagina Districtsstaf ALMELO
- Pagina landgroep BEDUM
- Opvang- Stagegroep SCHEEMDA
- F.G. Veltink. 25 jaar ambtenaar bij het Korps Rijkspolitie.
- VWS Brochure 1969 Rijkspolitie
- Pagina landgroep VOORST
- Laatste Site-info d.d. 30-12-2023
- AVD Archief R. Hiddinga
- AVD Gehuwd en twee kinderen
- AVD 25 jaar. Wie is die vogel
- Menu De oprichting en opbouw van de R.P.
- M.E. Archief De gijzelaar v. Nijmeijer De Punt 1977