HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE ONDERDELEN
Dit artikel is op dit moment in bewerking
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
HISTORIE VERKEERSSCHOOL 1949-1984
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 1. De oprichting van de Verkeersschool
Na de oprichting van het Korps Rijkspolitie in 1946 bestond de organisatie uit een Algemene Inspectie, 5 gewesten, qua territoir overeenkomende aan de ressorten van de Gerechtshoven, 22 districten met een aantal landgroepen en één verkeersgroep bij de staf van het district. De sterkte van de verkeersgroepen varieerde ongeveer tussen 15 en 20 leden, geselecteerd uit Rijkspolitieambtenaren, die op z’n minst in het bezit moesten zijn van rijbewijzen A en B en liefst (enige) ervaring bij verkeersonderdelen van de Rijksveldwacht en/of Marechaussee.
Daarnaast moesten er technische onderzoeken worden verricht aan motorvoertuigen, die betrokken waren geweest bij een ongeval. Een technisch onderdeel van het voertuig zou namelijk (mede) oorzaak hebben kunnen zijn van de aanrijding. In die tijd was dat nogal eens het geval (vooroorlogse motorvoertuigen kwamen weer op de weg). Een proces-verbaal van een gedragsregelfout werd veelal door de Commandant verkeersgroep nauwelijks gewaardeerd. De verkeerssurveillance werd in de jaren kort na de oorlog verricht in tweedehands auto’s en op motoren, die gekocht of gevorderd waren. Jeeps waren toen populair, echter in de winter koud en winderig. Later kwamen er H.D. motoren bij al of niet met zijspan. De noodzaak tot het geven van theoretische en praktische instructie in automobiel- en motortechniek deed zich al spoedig gevoelen. Op enkele verkeersgroepen waren ambtenaren aanwezig, die - gelet op hun vroeger beroep of door eigen studie - vrij veel technische kennis hadden. Waren er onder deze ambtenaren ook nog enkele die didactische kwaliteiten hadden, dan werden ze ingeschakeld bij het geven van lessen in automobiel en motortechniek aan de andere leden van de groep.
Zo was in de begintijd van het bestaan van de verkeersgroepen de Wachtmeester 1e klasse J. P. Klaver belast met het geven van dit onderwijs, aanvankelijk op de verkeersgroep Nijmegen en later ook op de andere verkeersgroepen in het toenmalige gewest Arnhem. Ook in andere gewesten - zeker in Groningen - begon men met deze instructie, waarbij ook de Wachtmeester 1e klasse W. M. van Ruyven werd ingeschakeld.
Het onderwijs werd in de jaren '47 en '48 gericht op het behalen van het "Groot diploma autobestuurder" (het zgn. "groot chauffeursdiploma"), dat in de Ambachtsschool te Utrecht werd afgenomen. De examenvakken waren: verzwaarde rijproef, motor- en elektrotechniek, zowel praktisch als theoretisch en grondige kennis van de Motor- en Rijwielwet. Een groot aantal leden van de verkeersgroepen behaalde dit diploma, sommigen met heel goede cijfers.
De in de eerste jaren veel gebruikte Ford Woody. |
Waar het door mij van groot belang wordt geacht dat de onderwerpelijke cursus - een novum in ons land, voor zover mij bekend - tot gunstige resultaten leidt, verzoek ik Uwe Excellentie goed te vinden, dat de cursusduur gebracht wordt op drie maanden, welke periode voor het gestelde doel toereikend is." Einde citaat.
De docenten en rijinstructeurs van het eerste uur waren wachtmeester 1e klasse B. Emmelkamp, wachtmeester 1e klasse (later Owmr.) J. P. Klaver en de wachtmeesters 1e klasse W. M. van Ruyven,voor de technisch theoretische vakken en owmr. Marcussen (reeds aan de kaderschool verbonden) voor de juridische vakken.Wmr.1e kl. Nijmeijer (later geëmigreerd naar Australië) en Wmr. 1e kl. Speijbroek (later naar C.B.R.) voor de technisch praktische vakken.
De examencommissie bestaande uit de Lt. Blokzijl. de wmr.I. Klaver en de Kapt. Hoogkamer in actie. |
Groep I: motortechniek en elektrotechniek;
Groep II: verkeerswetgeving, technisch schetsen en situatietekenen;
Groep III: rijtechniek solomotor, zijspan, personenauto en truck; werkplaatspraktijk.
De Politie technische Dienst zorgde voor de modellen, klein gereedschap, 3 motorrijwielen, 2 zijspancombinaties en èèn vrachtauto. Als Commandant van de Verkeersschool werd aangewezen de Wmr. 1e kl. J.P.Klaver (een jaar later bevorderd tot Opperwachtmeester.
Uit een verslag over de eerste cursus het volgende: Besproken werd het "waarom" de politieambtenaar voor verkeerscontrole nimmer motorrijtuigen dient te laten stoppen in of vóór bochten in de verkeersweg. Dat de controlerende politieambtenaar de controle altijd staande aan de rechterzijde (bermzijde) van het te controleren voertuig dient te verrichten, zulks met het oog op zijn eigen veiligheid.
(v.l.n.r.) Wmrs.I. J.P.Klaver, W.M. van Ruyven, Adj. Hoekstra, Adj. G. Scheper, Lt. Blokzijl, Kapt. J.R. Hoogkamer,
Kapt. v.d. Cingel, Wmr.I. B. Emmelkamp, Owmr. Marcusse, Wmrs.I. Nijmeijer en Speijbroeck.
1949. Groepsfoto van de allereerste cursisten met instructeurs.
Enkele van de in de eerste jaren gebruikte motoren.
De Matchless met en zonder zijspan.
Aan het eind van de cursus werd een eindtest afgelegd en moesten de kandidaten tevens examen doen voor het “Groot Diploma Autobestuurder”
In 1955 verliet de toenmalige Commandant Verkeersschool Klaver het Korps Rijkspolitie op eigen verzoek en verkreeg een functie bij het C.B.R. Hij werd als zodanig opgevolgd door de Commandant Verkeersgroep Assen, de Adj. H.J. Dontje.
Na deze eerste cursus zijn er uiteraard vele gevolgd. Het is duidelijk dat in de loop der jaren ettelijke keren verandering is gebracht in de cursusduur van de cursus aspirant-personeel verkeersgroepen (later eerste verkeersopleiding E.V.O. genoemd). Drie maanden werd vier, vijf en zes maanden. De langste duur werd geboekt in 1958, n.l. acht maanden.Belangrijk was dat aan de oorspronkelijke vakken andere vakken werden toegevoegd, o.a. proces-verbaal, fotografie, E.H.B.O., verkeersgroepspraktijk, Nederlandse en Engelse taal.
Een lovend artikel van Mr. Beckman over de Verkeersschool verscheen op 16 december 1949 in het”Tijdschrift voor de politie”. Hij schreef het volgende.
Het mopperen zit de Nederlander in het bloed. Wanneer hij niet moppert, dan is hij niet gezond zei eens een kenner van het Nederlandse volk.
Wanneer een dwarskijker echter evenals wij dit hebben gedaan, eens een kijkje zou kunnen nemen op de Verkeersschool der Rijkspolitie, dan zou hij wel bijzonder grote waardering krijgen voor de initiatiefnemers die destijds de plannen maakten voor de oprichting van deze "technische school" waar toekomstige verkeersmannen der Rijkspolitie tot verkeersexperts worden opgeleid. De Minister van Justitie en. de Inspecteur-generaal van Rijkspolitie komen zeker woorden van lof toe voor de grote steun , die zij gaven bij in het leven roepen van de school, die reeds thans in haar korte bestaan bewezen heeft, hoe doelmatig deze instelling wel is.
Het aantal verkeersongelukken neemt ook in ons land nog met de dag toe. Het aantal verkeersovertredingen is ontstellend groot. Daartegen op te treden is de taak der politie.
Onder toezicht van een instructeur oefenen de mannen zich in het rijden met motor met zijspan. |
Maar hoe zou zij die taak goed kunnen vervullen, zonder behoorlijke kennis van onze verkeerswetgeving, van Rijtijdenwet enz., van de praktijk van het verkeer, van het situatietekenen en van de elementaire mechanica. Wat de verkeersman voorheen wist van een auto of motor, had hij zichzelf in zijn vrije tijd bijgebracht. Hij had, om zo te zeggen, van huis uit een bijzondere belangstelling voor het verkeer. Het dient gezegd, dat er onder die oudere garde heel wat flinke verkeersagenten zaten, die hun vak terdege verstonden. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat er veel verkeersagenten waren wie het ontbrak aan technische kennis van motor in auto. Hoe kon het ook anders. Er was geen speciale opleiding en voorts ontbrak het aan middelen om de verkeersagenten volledig toe te rusten et díé technische kennis die nodig was om een verkeersexpert te worden. Ik herinner mij nog, hoe ik zelf als jong journalist over nieuwen auto's moest schrijven en eigenlijk alleen maar kon vertellen dat de wagen : sierlijk van lijn en soepel van gang" was.
Er is niets zo vervelend, zo moeilijk…… onverantwoordelijk als over iets te schrijven waarvan men weinig af weet. Daarom dook ik telkens na mijn redactietijd, in de werkplaats van een grote garage, teneinde in mijn vrije tijd althans iets te leren van de auto en te luisteren naar een bekwaam monteur die mij negen maanden lang iedere dag een paar uurtjes het “hoe” het “waartoe” en “waarom” leerde. Aan deze prille jeugd dacht ik bij mijn bezoek aan de “Varenkamp” waar ik gedurende enige uren vol bewondering heb gekeken naar onze toekomstige verkeersmannen van de Rijkspolitie.
Men behoeft waarlijk geen groot mensenkenner te zijn om in een oogopslag te ontdekken dat de politiemensen die hier in de werkplaats bezig waren met het demonteren en monteren van een aantal motorrijwielen. kerels zijn, uitermate geschikt voor de moeilijke opgave die hun straks wacht: vlotte mensen die weten, hoe zij met het publiek moeten omgaan en met kennis van zaken een automobilist op zijn fouten moeten kunnen wijzen. Heel de sfeer, die gedisciplineerde, maar toch gemoedelijk sfeer trof mij bij alles wat ik op de Verkeersschool zag.
Bestuurder Derk Kolkman met bakkenist Pieter Scheper |
Niet alleen in de werkplaats doch ook bij onderricht in het motorrijden waarin van de leerlingen heel wat van hun doorzettingsvermogen werd gevraagd. Het verwonderde mij niet dat deze sterke jonge kerels de kunst van het motorrijden zo snel onder de knie krijgen en na verloop van enkele maanden niet opzien tegen een zware terreinrit , waarbij het uiterste van lichaam en geest wordt gevraagd. Zij trekken met hun zware motoren over de slechtste gaten in de weg. Het zal in de praktijk weinig voorkomen dat zij terreinritten moeten rijden zoals op het oefenterrein op de Varenkamp, maar deze zware oefeningen stalen de spieren en leren de motorist zijn machine in toom te houden. Zelfs onder de moeilijkste omstandigheden. Zij moeten immers straks, zo het nodig mocht zijn, niet opzien tegen een stevige jachtpartij met een “heer in het verkeer”? Zij moeten ook straks, wanneer zij met goed gevolg de cursus hebben doorlopen bij nacht en ontij het verkeer kunnen regelen. Zij moeten weten wat een motorrijder kan en mag. Zij moeten in een gesprek met verkeersovertreders tonen dat zij een motor kennen. En zoals het met het motorrijden is, zo is het ook met de lessen in het autorijden en in het berijden van een vrachtauto, of in het berijden van een motor met zijspan. Zij krijgen in al deze vakken , uitstekend onderricht door een voortreffelijk instructeur, die zijn mannen kent en precies weet welke fouten de beginneling maakt. Met tact, maar bovenal met een aangeboren sportiviteit, leert hij zijn leerlingen de kneepjes van het vak, zoals zijn collega in de werkplaats zijn jongens de geheimen van de motoren leert. Enorm is ook het studiemateriaal dat daar in de werkplaats te vinden. Maar wat het alleraardigste is, al dat studiemateriaal werd door een burger gratis en voor niemendal aan de school afgestaan, namelijk door de heer H. Dudok van Heel uit Laren, de verkeersexpert bij uitnemendheid, die zo getroffen was door het verkeerswerk der politie, dat hij ook zijn steentje wilde bijdragen voor het welslagen van de school. Alle lof, heer Dudok. Wie de ten hemel schrijnende cijfers der verkeersongevallen in Nederland kent en dus weet dat er per dag minstens drie mensenlevens ten offer vallen aan het verkeer op onze smalle Nederlandse wegen, zal het van harte toejuichen, dat hier politie en burger elkaar de hand reiken in de strijd tegen de piraten van de weg, tegen de verkeersovertreders en de onverantwoordelijke elementen die in de eerste plaatst schuldig zijn aan drie doden per dag.
Het is verbazingwekkend, wat de mannen op de Verkeersschool in een tijd van drie maanden leren. Het zijn na die tijd niet alleen zeer behoorlijke motorrijders en automobilisten, doch zij kennen zeer veel van het mechanisme, zij kennen de verkeerswetten terdege: zij kunnen optreden bij verkeersongevallen; zij verstaan de kunst een goede situatietekening te maken, terwijl zij voorts alle moderne hulpmiddelen nodig voor de controle van wagens, kunnen bedienen. Wanneer zij op de Verkeersschool met goed gevolg de zware cursus hebben doorlopen, gaan zij naar de verschillende Verkeersgroepen waar de verdere vorming in de praktijk geschiedt. Straks, wanneer een voldoend aantal mensen voor de 22 Verkeersgroepen is opgeleid, zal met de herscholing van de reeds bij de verkeersdienst geplaatste politiemannen worden begonnen. Al met al is de Verkeersschool der Rijkspolitie te Bilthoven een instituut dat er ongetwijfeld veel toe zal bijdragen dat het verkeer in Nederland de beste controle krijgt. Drie doden per dag. Het werd de hoogste tijd. Aldus M. Reckman in 1949.
1949. Groepsfoto cursisten met instructeurs.
1949. les in het rijden van motoren met en zonder zijspan.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 2. Periode 1957 - 1965
In 1957 werd de Majoor Van Ballegooijen de Jong (Districtscommandant Middelburg) door de Algemeen Inspecteur aangewezen als Hoofd Bureau Verkeerszaken op de Algemene Inspectie.
En 1958 vertrok de toenmalige Commandant Verkeersschool Adj. Dontje weer naar het noorden van het land (Verkeersgroep Assen) en werd de Kapitein Mr.A.Dek aangewezen als Commandant Verkeersschool.
1958.
Hieronder een groepsfoto van het personeel van de Verkeersschool in 1958 met de nieuwe Commandant A.J. Dek is voor het Hoofdgebouw gemaakt.
Personeel in1958. Zittend vlnr: Houben, Perdon, Bloemers, Mr.Dek (Cdt), Kockelmann, Emmelkamp en Kemper.
Staand vlnr: Noordhof, Scheper, Meijer, Hermans, Hamminga, v.d. Werf, van Reeden en Oskam.
Een groep cursisten in 1958. Namen onbekend.
Eind 1958 werd de Luitenant Bloemers aangewezen als toegevoegd Officier aan de Commandant Verkeersschool. Gedurende de boven genoemde periode (en ook reeds daarvoor) werd door rijinstructeurs van de Verkeersschool ook les gegeven in goed auto- en motorrijden (met zijspan) aan de leerlingen van het Rijksinstituut voor opleiding van Hogere Politieambtenaren in Hilversum (voorloper van de Nederlandse Politieacademie in Apeldoorn)
Ook werden toen al rijtesten afgenomen van Rijkspolitieambtenaren voor het besturen van motoren met zijspan (voorloper van het Korpsrijbewijs).
De ambitie van landgroep personeel voor verplaatsing naar een verkeersgroep of de Porsche groep (later A.V.D.) groeide zodanig, dat een selectiecommissie moest worden gevormd om de beste kandidaten naar de Verkeersschool te halen. Er werd gepoogd die Wachtmeesters te krijgen, die werkelijke belangstelling hadden voor de verkeerspolitie en niet alleen voor “racen” in auto’s en op motoren. (In latere jaren moesten kandidaten “geronseld” worden uit de examenklassen van de primaire opleidingsscholen).
De bestaande vakken op de Verkeersschool werden in deze periode uitgebreid met: proces-verbaal, fotografie (gastdocent Adj. den Ouden) en Nederlands. Ook kreeg de school andere opleidingen te verzorgen, zoals speciale rijopleidingen, voortgezette opleidingen en opleidingen voor technische assistenten. De Owmr. Houben ging “de boer op” en doceerde op de verkeersgroepen de laatste ontwikkelingen op autotechnisch gebied. Later werden die opleidingen centraal op de verkeersschool georganiseerd.
1960.
In 1960 werd een proef gestart om snelheidscontroles met behulp van een radarsysteem te kunnen uitvoeren. Hieronder een artikel uit het Korpsblad van maart 1960.
De opleidingen van Technische assistenten, geselecteerd uit burger automonteurs, omvatte –behalve technische vakken- ook algemene zoals staatsinrichting, strafrecht, strafvordering, proces-verbaal, Nederlands en exercitie. Docent voor de “politievakken” was adj. Kockelmann.
1961.
Kapitein Mr.Dek werd in 1961 als Commandant Verkeersschool opgevolgd door Kapitein Van der Meer (tot dan Officier toegevoegd aan de Opleidingsschool te Arnhem).
In die tijd kwam er ook wat meer discipline en invoering exercitie voor docenten en instructeurs; alle docenten en instructeurs ontvingen een opleiding “methodische instructie” gegeven door de Heer Panhuizen in een kazerne in Harderwijk; het organiseren van conferenties voor Commandanten Verkeersgroepen en ander kader op de Verkeersschool. Tijdens deze conferenties werden inleidingen verzorgd door verkeersspecialisten uit het hele land met vaak interessante discussies.
Nieuw in de tijd waren ook de mechanicalessen, zoals bewegingsleer, krachten- en wrijvingsleer die door Wmr.1e kl. Scheper verzorgd werden. (overgenomen van de Heer Blokzijl).
1962.
Op 10 April 1962 bracht Hare Majesteit Koningin Juliana een officieel bezoek aan de Verkeersschool en de Verkeersgroep Utrecht.
In de eetzaal van deze school hield Kapitein Van der Meer een inleiding over de werkzaamheden van de Verkeersschool. Daarna werden op het terrein van de “Varenkamp” enige demonstraties gegeven (foto hieronder), waarna het gezelschap een bezoek bracht aan de Verkeersgroep Utrecht. Aanwezig waren ook de Algemeen Inspecteur Gerritsen en de Burgemeester van de Gemeente De Bilt de Hr.Fabius.
Foto boven en onder: Door Adj. Scheper wordt aan Hare Majesteit uitleg gegeven hoe gehandeld wordt bij een verkeersongeval, n.l. in de eerste plaats verzorging van het slachtoffer!
Bekijk hier het artikel > Werkbezoek Koningin Juliana aan het District Utrecht dat o.a gaat over bedoeld bezoek aan de Verkeersschool te Bilthoven.
Vooral de bevoegdheid om examens te mogen afnemen is belangrijk geweest voor het sinds 1963 op de Verkeersschool testen voor het Korpsrijbewijs (9 categorieën). Een burgerrijbewijs bleek niet voldoende te zijn. Slaagt een testkandidaat niet dan wordt hij opgeroepen voor het volgen van een rijopleiding van 14 dagen op de school. De test bestaat uit een schriftelijk en een praktisch gedeelte. De testen werden uitgevoerd door personeel van het (interne) “Bureau Adviezen Rijvaardigheid” (B.A.R.) en de kandidaten werden opgeroepen door het “Bureau planning en voorbereiding”
Een aantal lesvoertuigen (GSA's) die in die periode gebruikt werden voor rijopleidingen voor het Korpsrijbewijs.
In 1964 vertrekt Kapitein Bloemers naar de Staf van het District ’s-Hertogenbosch in de functie van toegevoegd Officier. Als opvolger voor hem werd aangewezen de Kapitein Spierenburg (tot dan werkzaam bij het Rijksinstituut voor opleiding van Hogere Politieambtenaren).
1965.
Hieronder een lijst met cursisten van de Voorgezette Vakopleiding personeel verkeersgroepen 1965,
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 3. De belevenis van een cursist in 1965.
Dit artikel is in november 1965 gepubliceerd in het Korpsblad Rijkspolitie omdat kort daarna een nieuwe opleiding van start zou gaan. Het artikel is bedoelt als herinnering voor wie de cursus al beleefden en als informatie voor wie binnenkort naar Bilthoven gaan. Dit artikel is geschreven door de wachtmeester 1e kl. J.A. Jorna te Roermond een deelnemer aan de voortgezette opleiding.
Neerslag van drie weken voorgezette opleiding is verkwikkend.
Onder het motto “ophalen vakbekwaamheid op enkele knelpunten, verkrijgen van inzicht in achtergronden verkeersproblematiek en een, gedachtewisseling over onderwerpen van de verkeerstaak", togen in de afgelopen maanden, in vijf groepen, diverse leden van verkeersonderdelen van de Rijkspolitie, naar de verkeersacademie van het Korps in Bilthoven.
De altijd opgewekte |
De "voedstervader" van de “Varenkamp" adjudant Perdon, wachtte de laatste groep met een opgewekt gezicht aan de ingang op. En die ontvangst was heel anders dan de ceremonie thuis, waar moe enkele uren voordien, het verblijf van 3 weken elders maar matig kon waarderen.
Brief no. zoveel, met het onderschrift no. zoveel van de DC, kan met sentimenten echter geen rekening houden en derhalve waren wij op de aangekondigde datum per eerste reisgelegenheid naar de provincie Utrecht getrokken, waar de weerprofeten van de Bilt het juist geraden hadden met "regen in het midden van het land". Ondanks deze minder gunstige weersgesteldheid lachte adjudant Perdon, grinnikte Visser de kok en zag zijn staf van vrouwelijk schoon er ook niet al te treurig uit.
Zo troffen we dan weer na zoveel jaartjes, Piet van de S.A.S., Henk van de Sectie en Arie van de Verkeersgroep Keverdam. Zo hoorden we dat Nelly van Henk pas een dochtertje had gekregen, Willem van de Verkeersgroep Moorland een herniaoperatie had ondergaan en de .”ouwe" van Muizerkerk pas met pensioen was. We hoorden geroerd van de ziekte die de adjudant Houben overvallen had en zagen dat Piet al vier en Kees nog steeds drie strepen op zijn mouw had. Met wat zaken, de huishoudelijke orde betreffende, werd de eerste ochtend, mede ter acclimatisering, besloten.
Agrarisch begin.
Na het eerste middagmaal volgde een spreekbeurt op de "Witte Hei", hel oord waar de meeste cursisten waren ondergebracht. De woordvoerder van deze eerste middag was Ir. E. W. Boogaard, secretaris algemene technische commissie van het Landbouwschap. Die deed eens even het wel en wee van de landbouwers uit de doeken met betrekking tot de perikelen aangaande het wegverkeer. Een en ander dus zuiver door de agrarische bril bekeken. Voor de toehoorders stond het van meet af aan vast dat hier een spreker aan het woord was, die de zo moeilijke bepalingen van art. 18. 69 en dergelijke van het Wegenverkeersreglement. volkomen onder de knie had. Weliswaar trachtten enkelen deze tegenhanger van ons aller Koekoek, van een andere zienswijze te overtuigen. Verder dan samenspraak of conclusie, dat de wet hier bepaaldelijk onduidelijk is, kwam men niet.
Majoor B. v.d. Meer met enkele cursisten op het bordes van het conferentieoord "de Witte Hei" |
Met deze eerste middag was tevens de eerste cursusdag beëindigden trokken de “Varenkampers" en “Witte Heiers" na een goed verzorgd avondmaal, naar hun respectievelijke legerplaatsen om de rest van de dag met hulp van kaarten of televisie te korten.
Honderden vogeltjes zorgden de tweede ochtend rond “de Varenkamp" en “Witte Hei" voor een passende reveille en na bet ontbijt verzorgde wachtmeester 1e kl. P. Scheper, instructeur verbonden aan de verkeersschool. de ochtendwijding. Daarop volgde een nummertje mechanica waar nauwelijks iemand van terug had.
"Peuteren".
Die ochtend zagen we voorts de commandant van de Verkeersschool de. majoor B. van der Meer, die vanwege zijn functie van examinator, daags voordien in Arnhem vertoefde. Met een verlaat welkom waarbij al onmiddellijk een discussie volgde over het terugbetalen vaneen retour naar huis op Bevrijdingsdag, werd ons. duidelijk gemaakt dat "peuteren" in deze zin een politieambtenaar niet betaamt.
De middagcauserie werd gehouden door Ir. G. Hoogenboom, hoofd afdeling publieke werken te Nijmegen. Alhoewel zijn stof zeer zeker een verkeerstechnisch aspect bevatte, vond menigeen het minder belangrijk en interessant voor lagere politieambtenaren. Vooral voor de leden van de Rijkspolitie, die doorgaans in kleine plaatsen en op de buitenwegen optreden, werd het behandelde onderwerp minder geslaagd geacht. Met een formidabele gehaktbal. die kok Visser aan bet menu had toegevoegd. werd de tweede dag besloten.
Citroen.
De aan de verkeersschool verbonden wachtmeester 1e kl. H. van Reeden, doceerde voor de ware liefhebbers kost om van te watertanden. Zijn exposé over de technische snufjes van een bekend Frans automobiel getuigden van een bijzondere studie over dit onderwerp. Voor de minder technisch begaafden, w.o. de schrijver van dit verhaal, deed trouwens zijn knappe uiteenzetting zo zuur aan als een citroen.
Bekeuren of opschrijven.
De voordracht van majoor van der Meer omvatte een bijzonder moeilijke onderwerp: “Bekeuren of pardonneren". Een grapjas had op het bord geschreven: "Bekeuren of opschrijven". Majoor van der Meer benaderde zijn onderwerp van twee zijden. Gezien vanuit het gezichtspunt van de politieman, doch eveneens van de zijde van het publiek. Zeer duidelijk bleek tijdens dit gesprek. dat over deze kwestie nogal wat tegenstellingen bestaan. Het bekeuren of pardonneren is een zaak die vooral aan het gezonde verstand van de betrokken politieambtenaar overgelaten moet worden. De “vraag" werd zoals te verwachten viel dan ook niet beantwoord en dat was ook niet de intentie van de spreker, Het onderzoek van de Arnhemse psycholoog Van Hekke. die een enquête in de Gelderse hoofdstad had gehouden onder personen die om een of andere reden een bekeuring hadden opgelopen, bleek trouwens nog niet zo beroerd voor de politie uit te vallen.
Met een voetbalmatch op de televisie in het vooruitzicht. wisten we dat de avond minder lang zou zijn dan de voorgaande.
Psychologie.
In verband met de verjaardag van H.M .•de Koningin. was de eerste week een dag korter aangezien we donderdagmiddag reeds naar huis konden. De spreker van die dag was drs. Smit van de Rijks Psychologische Dienst met het onderwerp: “Het twee gesprek in de verhouding politie publiek". Deze knappe redenaar, hoofd van de afdeling beleidspsychologie van zijn dienst, wist zijn gehoor van het begin tot het einde te boeien. Een gesprek dat in de tweede helft van de gereserveerde tijd volgens plan in een discussie overging, hetwelk de interesse tot het onderwerp nog meer verhoogde. Nadat drs. Smit met verschillende voorbeelden uiteengezet had op welke manier .een optredend politieambtenaar zichzelf in een moeilijke positie brengt indien zijn tact of correctheid te wensen overlaat, kregen we buiten het programma om hiervan een treffend voorbeeld te zien. Een viertal politieambtenaren die waarschijnlijk toestemming hadden om deze lezing bij te wonen en kennelijk van één. of andere buitengroep waren traden midden in het gesprek de vergaderlokaliteit binnen en ploften zonder zich aan de betreffende spreker of klassenoudste voor te stellen tussen de aanwezigen in, om later alsof het de gewoonste zaak betrof. aan de discussie deel te nemen.
De tweede week van het programma werd geopend met een bijzonder interessante. doch helaas veel te korte lezing door de heer T.J. H. L. Rijpkema, rijksopzichter van de Verkeersinspectie te Utrecht. Deze sympathieke spreker, die stof verwerkte welke bij de verkeersgroepen leeft, werd helaas te vaak in de rede gevallen, waardoor zijn onderwerp aan waarde verloor. Rijtijdenwet en –besluit, Wet autovervoer Personen/ Goederen, waren zaken die deze spreker tot in de vingertoppen beheerste; Nogmaals, jammer dat de tijd tekort was en deze nog meer verkort werd door interrupties, die storend waren, doch bovendien steeds vragen in hielden die retorisch waren.
De middagconferentie behaalde de schoonheidsprijs; Twee sprekers, waarvan mr. dr. F. Goudsmit. zijn broer mr. E. Goudsmit, advocaat te Amsterdam kwam vervangen. In zijn gezelschap bevond zich de heer F.. Aanstoot, particulier verkeersdeskundige. Beiden behandelden het onderwerp "Ongevallenanalyse". Mr. dr. Goudsmit, waarnemend kantonrechter te Haarlem en tevens advocaat en procureur opende de lezing met een uiteenzetting over allerlei verkeersaspecten .. Omdat spreker zijn onderwerp benaderde als, advocaat, doch tevens als waarnemend kantonrechter, kregen de aandachtig luisterende toehoorders hier een uiteenzetting te verwerken, die hoogst interessant was. De vlotte en duidelijke wijze van spreken, waarbij een ruim 35-jarige praktijkervaring als achtergrond voor kennis van zaken fungeerde, was een streling voor het oor. De .diverse kwinkslagen van mr. Goudsmid verhoogden de stemming in niet geringe mate, samen met zijn gebaren van bril op bril af, bril op de kin, bril op het voorhoofd, ,in een frequentie van 50 keer in 9 minuten. De heer F. Aanstoot, een particuliere verkeersdeskundige ging voort over hetzelfde onderwerp met als climax een verschil van mening over de tapleymeter, waar de spreker. In de persoon van de opperwachtmeester F. Sloot uit Eindhoven en waardig tegenstander ontmoette. Opper Stoots wist zelfs de spreker met diverse geschriften en deskundige conclusies over de tapleymeter, voorlopig uit te schakelen. Onder deze. geschriften bevond zich eveneens een rapport van de spreker zelf, enige jaren geleden ten behoeve van de verdediging in een strafzaak opgemaakt. Dat maakte de discussie bijzonder levendig. Met een sportieve handdruk werd het debat trouwens gesloten.
Zodra een cursus van drie weken voor de hoofdzaak bestaat uit het beluisteren van diverse sprekers, wordt het gehoor kritisch: men weegt de ene inleider tegen de andere af, zodat na afloop van een lezing wordt geconcludeerd "deze was beter dan die van gisteren" of omgekeerd natuurlijk. Tijdens een verblijf in Bilthoven gaat dat ook zo. Deze leergang stond met betrekking tot het niveau van de sprekers op een hoger peil dan in voorgaande jaren: De lezing van de Utrechtse substituut-officier van Justitie mr. G. H. C. van Dijken over het onderwerp: Strafbedreiging en Straftoemeting bepaalde. zich eveneens vooral tot cijfers, maar deze sympathieke magistraat heeft uit zijn praktijk waaruit hij voorbeelden opdiste, ook iets anders dan alleen droge getallen bij zich.
Met een veel taaier onderwerp hield de kapitein A. C. Vogel ons twee uur bezig: Verbindingsmiddelen. welke bij het Korps Rijkspolitie in gebruik zijn". In een vlotte verteltrant, wist de commandant van de sectie bijzondere verkeerstaken zijn gehoor van het begin af aan aandachtig te houden. En dat is zonder meer al een graadmeter voor de kwaliteit van de spreker. De kapitein Vogel wist op gedegen wijze een inzicht te verschaffen in het belangrijke communicatiemiddel van de politie: de mobilofoon, alsmede de. plannen die. voor de toekomst in het vat zitten met betrekking tot de verschillende frequenties.
Praktijk in de werkplaats.
,,Lekker regelen"
De. tussen dit soort lezingen optredende schooldocenten ':wachtmeester. 1e kl. P. Scheper, wachtmeester 1e kl. H. van Reed en, opperwachtmeester Hermans en adjudant Kemper, zijn bekend genoeg. De prettige lessen van Scheper en Van Reeden waren zuiver op de praktijk afgestemd, De minder in de smaak vallende praktijkuren verkeer regelen, in de drukke stad Utrecht, onder leiding van opperwachtmeester Hermans, bleken toch zeker geen overbodige, luxe te zijn.
De 5e mei (Bevrijdingsdag) leverden een extra vrije dag op. Daar maakte dan ook elke cursist zonder tegenwerpingen gebruik van, ondanks de toezegging van majoor Van der Meer dat de kok en staf paraat zouden zijn indien ook maar één man er de voorkeur aangaf om gedurende deze dag aan de school te blijven.
Turfmethoden en kwaliteit.
Met bijzonder ,veel genoegen .mochten we daags daarna hoofdinspecteur J. v. d. Sanden, Chef van de Verkeerspolitie te Nijmegen beluisteren. Zijn inleiding verdiende een ereprijs. Deze uitgesproken verkeersideelist. met een schat aan binnen- en buitenlandse ervaringen, wist zijn “selectief surveilleren" te verkopen op een wijze die respect afdwong. Duidelijk was dat spreker de zogenaamde "turfmethoden" die in sommige politiekorpsen heersen met betrekking tot het maken van pv’s, verafschuwde. Het gaat niet: om de kwantiteit doch om de kwaliteit, aldus inspecteur van der Sanden, die van .mening was dat er bij de Nederlandse· politie te vlug geroepen wordt dat men met te korten zit.
Wat we aan kwantiteit te kort komen, moeten we met kwaliteit opheffen", aldus spreker.
Politieman-buschauffeur.
Nadat inspecteur Van der Sanden zijn onderwerp behandeld had, ging hij tot ieders interesse nog over op toestanden bij de Amerikaanse Politie, die hij kent uit twee studie .. reizen. Toestanden zoals die hij de Amerikaanse politie bestaan zijn in ons land ondenkbaar. Spreker hield over enkele zaken een korte verhandeling. Het feit dat een Amerikaans politieman aanmerkelijk minder verdient dan zijn Nederlandse collega, moge mede als oorzaak van de vaak voorkomende corruptieschandalen gelden. Het feit dat en Amerikaans politieman, na of vóór zijn dienst nog een busdienst moet rijden om aan zijn bijverdiensten niet te kort te doen, wordt in het land van de onbegrensde mogelijkheden als een doodgewone zaak beschouwd,.
Ir. Hooftman. adjunct-directeur van het Verbond voor Veilig Verkeer, behandelde daags nadien het onderwerp: "Resultaten van het verkeersongevallen onderzoek". met veel taaien cijfers. Zijn onderwerpen waren niettemin interessant, maar ir. Hooftman gebruikte naar veler mening nogal wat veel vreemde woorden.
De laatste week van het verblijf in Bilthoven begon met wat technische nummertjes in de ochtenduren. De namiddag bood een lezing op hoogstaand niveau van ir. Asmussen, directeur Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, een adviesinstituut voor de ministers van Justitie van Verkeer en Waterstaat. De gemakkelijke manier waarop ir. Asmussen het zoeken naar objectieve waarheid in de. verkeersonveiligheid naar voren bracht veraangenaamde de lange middag. Met behulp van een film. toonde spreker de interessante proeven met betrekking lot de middenbermbeveiliging. Ook hier bleek zeer duidelijk de schat van ervaringen die deze inleider in hel buitenland heeft opgedaan.
Die film was bijzonder leerzaam voor verkeersmensen: wie kent de standen die de wielen van een Volkswagenbusje aannemen zodra het voertuig bij verschillende snelheden tegen de diverse soorten vangrail opbotst. Het feit dat ir Asmussen ruim drie kwartier zijn spreekbeurt overschreed zonder dat storend gekuch of gegaap hem op de tijd moest wijzen, was een bewijs voor de aandacht die deze spreker wist op te wekken.
Zandvoort.
Het zou erg eentonig geworden zijn als tussen al deze sprekers niet enkele evenementen op het programma gestaan zouden hebben. Een hiervan was het bezoek aan de nationale. racebaan te Zandvoort. Niet zo maar om eens te kijken hoe mooi deze baan wel is, doch om er met onze eigen voertuigen over te racen en bochten nemen. Adjudant Emmelkamp en zijn mannen hebben ons daar laten zien hoe weinig we van dit werk kennen. We ondervonden wat voor hulpeloze wezens We waren toen we met het Volkswagentje met "plank-gas" .een bocht moesten nemen die we normaal nauwelijks met 3O km snelheid durfden in te rijden.
Pornografie.
Een excursie naar Den Haag en Delft was eveneens een dag welke we niet snel zullen vergeten. Het machtige gebouw aan de Raamweg 47, waar velen van ons alleen maar dagelijks van lezen en af en toe een bloedblokje heen sturen, zagen we nu van binnen en van buiten. De heer C. L. Deij. plaatsvervangend hoofd van het bureau Interpol en hoofd van de afdeling bijzondere delicten, was de eerste spreker, die ons, helaas wederom tekort, op amusante wijze boeide. Deze bijzonder aardige spreker ging in een snel· treinvaart over zaken heen, variërend van Marihuana, "Ik Jan Cremer", ”Bob en Daphne" en de organisatie van Interpol. Uit zijn verhaal maakten allen duidelijk op dat met het rekking tot de bestrijding van de pornografie hier een kei aan het woord was, waaraan hij de bijnaam “het vieste mannetje van Nederland" kennelijk heeft overgehouden. Hij vertelde dit zelf, anders zou ik het nooit durven schrijven. Bezoeken aan het bureau opsporingsbijstand-herkenningsdienst en dactyloscopische dienst van het ministerie waren eveneens verbazend interessant.
In Delft stond een bezoek aan het Ral-TNO op het programma (Rijwiel-Automobiel-Industrie en Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek). Het. zou te ver voeren het ontstaan van dit instituut, dat voor het Nederlandse auto-, motor-, bromfiets- en rijwielbedrijf zo bijzonder, belangrijk is, nader uit de doeken' te doen. Ir v.d, Wetering. directeur van het instituut. hield een interessante lezing. Er werd een film over het gebruik van veiligheidsgordels getoond en we maakten een rondgang door het instituut. De voertuigen van onze toekomstige werktuigkundige ingenieurs die voor de ingang van de technische hogeschool “pronkten", wekten trouwens de indruk dat we een gebouw naderden waar handelaren in schroot en oud ijzer jaarvergadering hadden. Hun kennis geeft overigens weer vertrouwen. De voorlaatste dag van Bilthoven bestond onder andere uit een lezing in de voormiddag van hoofdinspecteur D. M. de Jaeger. Chef Verkeerspolitie Eindhoven. die sprak over "De voetganger in het verkeer". Zijn grappen waren niet van de lucht
en zo was het zelfs mogelijk dat inspecteur De Jaeger die zijn zuidelijke afkomst niet verloochende, de stemming er ondanks nogal wat cijfers. behoorlijk in hield. Bijzonder ingenomen was deze politieofficier met de SAS der Rijkspolitie waarmede hij kennelijk kort voordien contact gehad had. Zijn causerie was erg interessant en de kern van zijn betoog dat meer op de voetganger gelet dient te worden moet alleen maar beaamd worden.
De heer Nengerman doceerde kentekens. |
De dag werd besloten met goede wijn die geen krans behoeft. De graag geziene en gehoorde spreker, hoofd van de afdeling Kentekens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de heer Nengerman uit ’s-Gravenhage. Met verbazing hoorden wij de gedegen kennis van deze innemende hoofdambtenaar, op het gebied van kentekens waarin nogal iets te doen is.
Een wederom terugkerende figuur in de spreekbeurten tijdens de zogenaamde “herhalings” oefeningen was mr. Niemeijer. officier van justitie te Leeuwarden. die onderhand in Bilthoven een legendarisch figuur geworden is. Zijn onderwerp was boeiend, maar wat ons een beetje verkeerd zat was hel feit, dat hij ons in een bijzonder nare situatie achterliet. Zijn verhandeling ging over de artikelen 27 en 28 van het wegenverkeersreglement. Wij meenden dat deze materie ons geen zorgen baarde en dat we de twee artikelen wel aankonden.
Na het bijzonder interessant spreken van de altijd in vuur staande magistraat uit de: Friese hoofdstad, Waren we dan tenslotte allen zover dat we tot de conclusie kwamen dat we er niets van wisten. In het warbos van rechterlijke uitspraken en arresten van de Hoge Raad der Nederlanden over deze artikelen was het niet alleen de politie die van slag geraakt was. Ook de justitie manoeuvreert maar een eind weg. Hopelijk zal door wetswijziging een einde komen aan dit minder wenselijke gemodder. Ondanks het stichtende van de cursus waren we allen eenparig blij met de laatste dag. Want. de detachering van huis en haard, van Moe en de kinderen is nog nooit in trek geweest.
De 5e leergang van 1965 was echt niet de ongezelligste. Niemand zal kunnen zeggen dat hij gedurende deze drie weken niets nieuws heeft opgedaan. Zelfs de meest fanatieke "pitter". zal af en toe wakker geschrokken zijn van iets nieuws of iets interessants. waardoor hij onmiddellijk uit de dromen was.
Een bijzonder woord van lof komt de instructeurs van de verkeersschool hierbij toe. In het dankwoord van de klasse oudste, de opperwachtmeester PrieêlIe uit 's-Gravenhage kwam dit duidelijk tot uiting. Het laatste woord van majoor J. Elzinga uit Groningen was van bijzonder psychologische waarde. Hier was een spreker aan het woord die zijn onderwerp terdege bestudeerd had. We kunnen het slechts betreuren dat niet iedereen deze keur van sprekers heeft gezien en gehoord.
Het was goed op “De Varenkamp", maar thuis is het toch beter. Zij het ook met specialisatie maar dan heel anders gericht.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 4. Periode 1965 - 1975.
Op 13 september 1965 vond de opening plaats van een slipbaan op een afgesloten gedeelte van de vliegbasis Soesterberg.
Foto ?
1966.
In 1966 werd Kapitein Van der Meer Districtscommandant Eindhoven (ruim een jaar later Directeur van de Opleidingsschool Arnhem). Hij werd als Commandant Verkeersschool opgevolgd door zijn toegevoegd Officier Kapitein Spierenburg. Toegevoegde Officieren waren respectievelijk de Luitenants Dissel,Veenstra en Kleppers.
1966.
196?.
1968.
1968. Adjudant A. Perdon met Flo.
1969.
In deze periode kwam er een opleiding voor landgroeppersoneel tot stand. De “Semie-Verkeersopleiding” (S.V.O.). Klassenleider was de Adj. Hermans. Het doel van de opleiding was: het landgroeppersoneel geschikt te maken om eenvoudige technische onderzoeken naar verkeersongevallen te verrichten en daardoor de Technische afdelingen van de Verkeersonderdelen wat te ontlasten. Duur van deze opleidingen 4 weken. Hieronder een artikel uit het Korpsblad van maart 1969.
1970.
Het multiplechoicesysteem werd gebruikt bij de S.V.O. ter controle op de studieresultaten, onder leiding van Owmr. Hermans.
Hieronder een artikel uit het Algemeen Politieblad over dit systeem is hieronder weergegeven. Artikel Multiplechoice responssysteem. ?????????
In 1972 was de primiëre van de instructiefilm “Verkeerssurveillance”, voor een groot deel in eigen beheer ontworpen en gemaakt.
Op 1 februari 1971 werd Majoor Spierenburg aangewezen als Hoofd van de Veiligheidsdienst van het Koninklijk Huis. Hij werd als Commandant Verkeersschool opgevolgd door Overste Bloemers. Toegevoegd Officier Luitenant Kleppers. Hoofden van verschillende onderdelen waren achtereenvolgens:
Bureau Opleidingen : Lt.Kleppers, Kapt. Kockelmann;
Administratie en Beheer: Owmr. Oskam, de Heer Putter;
Inwendige dienst: Adj. Perdon, Owmr. v.d. Werf, Adj.Van de Bilt;
Sectie Rijtechniek: Adj. Emmelkamp, Adj.Bloemen, Adj.Rodermond, Adj.Jaarsma;
Sectie Verkeersvorming: Adj. Scheper, Adj. Van de Bovenkamp, Adj.Lamper, Adj.De Groot,Adj.den Ouden, Adj.Hermans, Owmr.van Leeuwen, Owmr.Van Stroe, Owmr. Goos en Owmr. Bel (foto is hierna geplaatst)
Sectie Auto- en motortechniek: Adj.Houben, Adj. van Reeden;
Bureau Adviezen en Rijvaardigheid: Adj. Peijsel, Adj.Oskam, Adj.Vogel;
Bureau Planning en voorbereiding: Wmr.1e kl.Noordhof;
Chef Wagenpark: Adj.Kemper, Heer Haveman;
Onderwijsassistent: Heer Westerman.
In 1971 bestond de Administratie uit de volgende personeelsleden: Corry van Reeden, Evelin v.d. Kemp, Coby de Haas, Henny van Dijk, Owmr. Gijs Oskam, zittend Janny van Hest.
1973.
De verkeersschool had in die tijd een heuse studio met voor de tijd hoogwaardige audio en visuele apparatuur. Hiermee werden o.a. tijdens rijlessen opnames gemaakt die later in die studio klassikaal werden beken en besproken .En dat was soms best confronterend. Een reden te meer om op straat extra goed je best te doen.
Het systeem werd vooral gebruikt in de 2e fase van de opleiding tot verkeerssurveillant. Gedurende 6 weken, 2 uur per week, werd geoefend in de gesprekstechniek. In de vorm van rollenspelen (weggebruikers - politieambtenaar) vonder er in de klas een aantal gesprekken over verkeersgedragingen plaats. Deze gesprekken werden opgenomen met video- en geluidsopnameapparatuur, waarna o.l.v. de docent in discussieforum aandacht besteed werd aan: spreekvaardigheid, contactuele eigenschappen, het doelmatig reageren op de uitlatingen van de "verdachte", het motiveren van de weggebruiker m.b.t. zijn onjuiste gedragingen, de fouten die het gesprek in ongunstige zin beïnvloed hebben etc.
Bij deze nieuwe opleidingen werd gebruik gemaakt van –in die tijd- zeer moderne leermiddelen: Videoapparatuur en het Multiplechoicesysteem. De video werd gebruikt voor de V.S.O. bij praktische oefeningen op de interlokale wegen; het gesprek van cursisten met weggebruikers werd door een docent qua beeld en geluid opgenomen en de opnamen werden na afloop in de klas getoond aan de cursisten, die hiervan veel hebben geleerd in het kader van “de verhouding Politie – Publiek” Enthousiast leider bij deze oefeningen was de Adj. C.de Groot, die ook het boekwerkje “Theoretische benadering van de surveillancetechniek”schreef.?????????????????????????
1973. Gratificatie voor adjudant van Reeden.
1973. Gerechts- en Parketsecretarissen evenals a.s. verkeersschouten ontvingen op de Verkeersschool een in hoofdzaak autotechnische opleiding. Adj. Van Reeden had hierbij de directe leiding en gaf zelf ook lessen Zie foto hierboven). Hij was ook de schrijver van de Technische handboeken voor al het personeel van de verkeersonderdelen.
In 1973 (juni) verscheen –na een moeizame start- het eerste exemplaar van het tijdschrift ‘Verkeersinformatie”, uitgave van de Verkeersschool; een periodiek met waardevolle artikelen over actuele verkeersproblemen. Alle personeelsleden van verkeersonderdelen ontvingen een exemplaar en alle landgroepen een 3-tal exemplaren.
Het tijdschrift bestaat nog steeds, doch het heet nu “Verkeersknooppunt” Mei 1983 is de naam gewijzigd.
1973. In die jaren waren er bij de landgroepen veel motoren, al dan niet met zijspan in gebruik. Op de opleidingsschool in Arnhem kregen aspiranten daarom een motoropleiding. Op de foto geeft motorrijinstructeur van de Verkeersschool P. Scheper motorrijles aan een aspirant van de opleidingsschool te Arnhem.
1974.
In mei 1974 werd aandacht besteed aan het 25 jarig bestaan van de Verkeersschool, o.m. door het organiseren van een receptie met vele demonstraties. Aanwezig waren o.a. de toenmalige Minister van Justitie, Mr.van Agt, de wnd. Algemeen Inspecteur Korps Rijkspolitie, Kolonel Hoogkamer, de oud commandanten van de Verkeersschool en vele andere prominenten.
Een keramiekplaquette bestaande uit aanbouwelementen waarop de drie secties van de school staan uitgebeeld werd door de Minister Van Agt onthuld.
Het instructeurs stuntteam van de Verkeersschool.
Het stuntteam in actie. Een demonstratie van voertuigbeheersing.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 5. De motoropleiding 1973.
Aan verkeerssurveillanten wordt o.m. de eis gesteld dat zij in het bezit zijn van een korpsrijbewijs voor de solomotor. In de 18 weken durende, aan de Verkeersschool te Bilthoven gegeven verkeerssurveillantenopleiding is voor de motorrijopleiding dan ook tijd beschikbaar. De 18 weken zijn verdeeld in drie fasen van elk 6 weken. De cursisten dienen bij hun plaatsing op de school in het bezit te zijn van een rijbewijs BE en een rijbewijs A. Dit laatste laat helaas nogal eens te wensen over zodat dit rijbewijs gedurende de cursus moet worden behaald. In de eerste fase wordt een voortgezette rijopleiding voor de auto gegeven. De tweede fase wordt besteed aan theoretische vakken en aan motorrijden. In de derde fase komt hier o.a. nog surveillancetechniek op de auto bij.
Voor de eerste kennismaking met één of meer wegschuivende wielen wordt aan terreinrijden gedaan op een militair oefengebied. Oude BMW motoren worden hiervoor gebruikt. Deze zijn voorzien van terreinbanden. In het terrein worden ook enkele R 75/5 machines gebruikt, doch deze zijn te kwetsbaar. Tegen een val blijkt de carburatorbevestiging niet bestand te zijn. Een te ongezonde zaak voor een met losse carburator in het zand liggende nahijgende stoomfiets. Hoe labiel en zwaar een tweewieler ook mag zijn en hoe weinig ervaring de cursist mag hebben, het enthousiasme is er niet minder om. Eerlijkheidshalve moet wel gezegd worden dat het zitten op de motor wordt afgewisseld door het liggen naast de motor. Geen sinecure is het aantrappen van een onwillige motor of het vlot trekken van de tweewieler die met het motorblok aan de grond in een geul staat.
Dan is 200 kg wel heel erg zwaar. Er zullen dan ook weinig voertuigen zijn waarbij tijdens het gebruik meer zweetdruppels gevallen zijn dan de terreinmotoren van de Verkeersschool. Deze aanloop neemt ongeveer 2 weken in beslag. Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe het zonder deze mogelijkheden zou moeten. Dit is uit de opleiding niet weg te denken en de resultaten lonen. De cursist heeft een behoorlijk stuk zelfvertrouwen gekregen.
(Bron Verkeersinformatie nr.4 1973)
In Verkeersinformatie Nr. 4 is een artikel opgenomen betreffende de opleiding tot motorrijder aan de Verkeersschool van de Rijkspolitie te Bilthoven. (Zie hierboven Deel 1)
Veel aandacht wordt besteed aan de houding, in combinatie met zijn waarnemingstechniek, omdat beide van belang zijn voor de verkregen informatie, waarbij de evenwichtsorganen een voorname plaats innemen. Met hetzelfde doel worden de oefeningen voortgezet in het terrein. Het accent is daarbij komen te liggen op wat wij zouden kunnen noemen, Trial rijden. Een nieuw aangepast circuit is hiertoe uitgezet. De snelheid is daarbij van ondergeschikt belang. Belangrijk hierbij is te komen tot o.a. een goede gasdosering. Het traject is geaccidenteerd wat met zich mee brengt dat bij het op- en afrijden van hellingen mede een bepaalde onzekerheid moet worden overwonnen. Getracht moet worden de oefeningen uit te voeren zonder daarbij gebruik te maken van koppeling of rem. Ook moet worden getracht de voeten op de steunen te houden. Dit alles leidt, buiten een betere voertuig- en lichaamsbeheersing, tot meer vertrouwen van de man in het voertuig. Hij leert eveneens de mogelijkheden en de beperkingen kennen van de tweewieler. Het in zekere mate aanwezig zijn van angst voor de labiliteit van een motor. wordt hierdoor reeds gedeeltelijk weggenomen. De resultaten bij deze oefeningen zijn goed meetbaar en het geeft de cursist het gevoel iets te hebben bereikt. Na de op dit voertuig uitgevoerde oefeningen, zowel op het verharde gedeelte als in het terrein, wordt overgegaan op de kennismaking met de BMW type 60/6. Alvorens de opleiding hiermede wordt voortgezet op de openbare weg, worden daarbuiten met de bekende kuipmotor enkele gewenningsoefeningen uitgevoerd. Ondanks de korte ervaring met de Honda XL 250 in de rijopleiding, mogen we nu toch reeds de verwachting uitspreken dat de gedane keus aan het doel beantwoordt.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 6. 25 jaar Verkeersschool.
Op 1 januari 1974 was het 25 jaar geleden, dat de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie werd opgericht.
Toen in 1945 het Korps Rijkspolitie werd geboren, werd aan elk van de 23 districten te land een verkeersgroep toegevoegd ter sterkte van ongeveer 20 man. De leden van deze groepen bestonden uit Rijkspolitieambtenaren, die in het bezit waren van één of meer rijbewijzen en aanleg en interesse voor het verkeer hadden. Velen hadden - tijdens de bezetting of zelfs reeds vóór de oorlog - bij een verkeersonderdeel (b.v. verkeersbrigade Rijksveldwacht en/of Verkeers- en Rivierdienst) gediend.
De verkeersgroepen hadden tot taak in het bewakingsgebied van de districten verkeerscontrole uit te oefenen. Surveillancevoertuigen waren er in het begin uiteraard te weinig; men moest zich behelpen met enkele tochtige jeeps en een enkele solomotor . De controle richtte zich - vooral in de beginjaren - op de technische gebreken aan motorrijtuigen. Dit was belangrijk, omdat na de bevrijding weer oude vooroorlogse voertuigen van stal werden gehaald, waaraan veelal wel het een en ander mankeerde. Uiteraard hadden niet alle leden van de verkeersgroepen voldoende technische kennis om deze controles goed te kunnen uitoefenen.
Lessen in motortechniek.
De noodzaak tot het geven van theoretische en praktische instructie in automobiel- en motortechniek deed zich al spoedig gevoelen.
Op enkele verkeersgroepen waren ambtenaren aanwezig, die - gelet op hun vroeger beroep of door eigen studie - vrij veel technische kennis hadden. Waren er onder deze ambtenaren ook nog enkele die didactische kwaliteiten hadden, dan werden ze ingeschakeld bij het geven van lessen in automobiel en motortechniek aan de andere leden van de groep. Zo was in de begintijd van het bestaan van de verkeersgroepen de Wachtmeester 1e klasse J. P. Klaver belast met het geven van dit onderwijs, aanvankelijk op de verkeersgroep Nijmegen en later ook op de andere verkeersgroepen in het toenmalige gewest Arnhem. Ook in andere gewesten - zeker in Groningen - begon men met deze instructie, waarbij ook de Wachtmeester 1e klasse W. M. van Ruyven werd ingeschakeld.
Het onderwijs werd in de jaren '47 en '48 gericht op het behalen van het "Groot diploma autobestuurder" (het zgn. "groot chauffeursdiploma"), dat in de Ambachtsschool te Utrecht werd afgenomen. De examenvakken waren: verzwaarde rijproef, motor- en elektrotechniek, zowel praktisch als theoretisch en grondige kennis van de Motor- en Rijwielwet. Een groot aantal leden van de verkeersgroepen behaalde dit diploma, sommigen met heel goede cijfers.
Oprichting Verkeersschool.
Daar op den duur deze gedecentraliseerde opleiding - die overigens niet op alle verkeersgroepen plaats vond - niet efficiënt bleek, temeer omdat nieuw ongeschoold personeel moest worden aangetrokken, ging men zich op de Algemene Inspectie van het Korps Rijkspolitie beraden over de mogelijkheid om te komen tot één centrale opleiding. Het was de toenmalige Kapitein J. R. Hoogkamer, hoofd van het Bureau Verkeerszaken op de Algemene Inspectie, die de stoot gaf tot deze centralisatie en op voorstel van de toenmalige Inspecteur Generaal A. W. de Koning werd door de Minister van Justitie goedgekeurd, dat de eerste centrale dagcursus voor aspirant personeel verkeersgroepen op 3 januari 1949 in Bilthoven van start ging.
Hiermede was de oprichting van de Verkeersschool een feit.
Deze cursus was opgezet voor de duur van 2 maanden, doch deze tijd bleek al spoedig te kort, hetgeen blijkt uit onderstaand citaat uit een brief van de Inspecteur Generaal van de Minister van Justitie van 16-02-1949:
"Van de door de Gewestcommandanten voor het werk op de verkeersgroepen - in volle omvang - geschikt geachte Wachtmeesters le klasse, werd na selectie een 2l-tal te Bilthoven in opleiding genomen.
Bij de leerlingen bestaat groot enthousiasme; de theoretische en praktische lessen worden met veel ijver gevolgd en de tot dusver behaalde resultaten zijn goed te noemen. De samenwerking tussen de van de verschillende dienstvakken afkomstige docenten is uitstekend; ook zij vervullen hun taak met grote ambitie.
Bij nagenoeg alle vakken bleek in de proeftijd echter, dat een duur van twee maanden voor de onderhavige cursus te kort is om een dergelijke ondergrond te kunnen leggen voor die elementaire kennis, waarop later met succes onder leiding van de Verkeersgroepcommandant of door zelfstudie, kon worden voortgebouwd.
Waar het door mij van groot belang wordt geacht dat de onderwerpelijke cursus - een novum in ons land, voor zover mij bekend - tot gunstige resultaten leidt, verzoek ik Uwe Excellentie goed te vinden, dat de cursusduur gebracht wordt op drie maanden, welke periode voor het gestelde doel toereikend is."
De docenten van het eerste uur waren Wachtmeester 1e klasse B. Emmelkamp, Wachtmeester 1e klasse (later Owmr.) J. P. Klaver en de Wachtmeesters 1e klasse W. M. van Ruyven, Nijmeijer (later geëmigreerd naar Australië) en Speijbroeck (later examinator C.B.R.).
In de volgende vakken werd op de eerste cursus les gegeven:
Groep I: motortechniek en elektrotechniek;
Groep II: verkeerswetgeving, technisch schetsen en situatietekenen;
Groep III: rijtechniek solomotor, zijspan, personenauto en truck; werkplaatspraktijk.
Uit een verslag over de eerste cursus citeer ik, uit het hoofdstuk Optreden en houding bij een verkeerscontrole, nog het volgende:
Besproken werd het "waarom" de politieambtenaar voor verkeerscontrole nimmer motorrijtuigen dient te laten stoppen in of vóór bochten in de verkeersweg. Dat de controlerende politieambtenaar de controle altijd staande aan de rechterzijde (bermzijde) van het te controleren voertuig dient te verrichten, zulks met het oog op zijn eigen veiligheid.
Dat op autosnelwegen de controle altijd dient te worden verricht na de voertuigen te hebben laten stoppen op de aangeduide parkeerplaatsen of de parkeerstroken.
Dat bij controle de politieambtenaar steeds een flinke houding dient aan te nemen en nimmer met één voet op de treeplank van de te controleren auto dient te steunen of te hangen.
Dat hij bij remmen controle nimmer op de treeplank van de te controleren auto dient te gaan staan om zo mede te rijden, doch steeds in de te controleren automobiel op de zitplaats naast de bestuurder dient plaats te nemen.
Op het gevaar van beschadigingen bij het controleren van transmissie remmen werd nadrukkelijk de aandacht gevestigd."
Uit dit citaat blijkt dat reeds vanaf het begin aandacht werd geschonken aan het politieoptreden. Aan dit onderwerp wordt NU bij de verkeerssurveillantenopleiding zoveel aandacht besteed, dat het politieoptreden (surveillancetechniek en -tactiek) een hoofdvak is geworden.
In de 2e fase van de opleiding tot verkeerssurveillant wordt gedurende 6 weken, 2 uur per week, geoefend in de gesprekstechniek. In de vorm van rollenspelen (weggebruikers - politieambtenaar) vinden er in de klas een aantal gesprekken over verkeersgedragingen plaats. Deze gesprekken worden opgenomen met video- en geluidsopnameapparatuur, waarna o.l.v. de docent in discussieforum aandacht besteed wordt aan: spreekvaardigheid, contactuele eigenschappen, het doelmatig reageren op de uitlatingen van de "verdachte", het motiveren van de weggebruiker m.b.t. zijn onjuiste gedragingen, de fouten die het gesprek in ongunstige zin beïnvloed hebben etc.
ln de 3e fase van de opleiding kunnen de leerlingen hun kennis toetsen tijdens de praktische beoefening van de surveillancetechniek. Ook deze gesprekken worden opgenomen met videoapparatuur en worden na de surveillance besproken.
Kort historisch overzicht
Na deze eerste cursus zijn er uiteraard vele gevolgd. Het is duidelijk dat in de loop der jaren ettelijke keren verandering is gebracht in de cursusduur van de cursus aspirant-personeel verkeersgroepen (later eerste verkeersopleiding E.V.O. genoemd). Drie maanden werd vier, vijf en zes maanden. De langste duur werd geboekt in 1958, n.l. acht maanden. Belangrijk was dat aan de oorspronkelijke vakken andere vakken werden toegevoegd, o.a. proces-verbaal, fotografie, E.H.B.O., verkeersgroepspraktijk, Nederlandse en Engelse taal.
Ook kreeg de Verkeersschool andere opleidingen te verzorgen, zoals speciale rijopleidingen, voortgezette opleidingen en opleiding technische assistenten.
Het leerplan van de E.V.O. veranderde in zoverre, dat naar verhouding minder aandacht werd besteed aan de technische vakken en meer aan het politieoptreden bij gedragsregelfouten.
In de loop van de jaren werd de Verkeersschool niet alleen qua aantal cursisten, maar uiteraard ook qua aantal docenten/instructeurs groter, waarbij als vaste gastdocent en examinator niet onvermeld mag blijven de heer Blokzijl ing., laatstelijk hoofd van de Politie Technische Dienst.
Achtereenvolgens waren Commandant van de Verkeersschool: J. P. Klaver (1949-1955),H. J. Dontje (1955-1958), Mr. A. J. Dek (1958¬1961), B. van der Meer (1961-1966), E. Spierenburg (1966-1971) en C. W. Bloemers (1971- .... ).
Al deze Commandanten hebben samen met hun medewerkers in de loop van de jaren gedokterd aan verhoging van het opleidingspeil, het organiseren van nieuwe opleidingen, het voeren van een beleid m.b.t. het aanpassen van de opleidingen aan de praktijkbehoefte, aan de interne organisatiestructuur en aan de moeilijkheden m.b.t. de gebrekkige accommodatie. In de eerste jaren was in het hoofdgebouw van de Varenkamp, behalve de Verkeersschool, ook nog de Kaderopleidingsschool en de Verkeersgroep gevestigd. Nu is het hoofdgebouw geheel ter beschikking van de Verkeersschool, terwijl garageboxen en een lesbarak op het terrein zijn bijgebouwd.
Bovendien beschikt de Verkeersschool sedert eind 1971 over een dependance elders in Bilthoven, waar ± 50 cursisten zijn gehuisvest en waar tevens les wordt gegeven.
Ondanks deze uitbreidingen kampt de Verkeersschool nog steeds met ruimtegebrek, daar de meeste cursisten intern gehuisvest zijn, terwijl ook de maaltijden intern worden verzorgd.
Het plan voor volledige nieuwbouw zou aanvankelijk reeds in 1971/1972 worden gerealiseerd in de gemeente Deil, doch dit plan is nooit uitgevoerd.
Hoogtepunten in de geschiedenis van de Verkeersschool: (tot 1975)
- uitreiking Koninklijke onderscheidingen aan opperwachtmeester H. J. M. Houben in 1960 en de tuinman W. Koudijs in 1958 en aan de adjudanten B. Emmelkamp en P. A. Kemper in 1972;
- bezoek van H.M. de Koningin aan de school op 10 april 1962;
- opening eerste antislipbaan op een afgesloten gedeelte van het vliegveld Soesterberg op 13 september 1965;
- oprichting personeelsvereniging M.V.A.V. in juni 1968;
- ingebruikneming nieuwe antislipbanen te Enspijk op 1 augustus 1971;
- ingebruikneming dependance van de school: "De Zonneheuvel" te Bilthoven in september 1971;
- uitgifte technische handboeken aan personeel verkeersonderdelen in 1971;
- première instructiefilm "verkeerssurveillance" in 1972;
- uitgifte boekwerkje: "Theoretische benadering van de surveillancetechniek" in 1972;
- uitgifte van een tijdschrift: "Verkeersinformatie" (eerste in juni 1973)
Twee medewerkers zijn overleden te weten de adjudant H. J. M. Houben in februari 1966 en de huishoudelijk medewerker D. J. van Trigt in oktober 1973.
Het aantal vaste personeelsleden (docenten/instructeurs en burgerpersoneel) is momenteel ruim 70. Het aantal cursisten varieert van 100 tot 150.
De Verkeersschool verzorgt momenteel de volgende opleidingen:
- a. Verkeerssurveillanten Opleiding (V.S.O.); duur 18 weken; aantal cursisten 48, verdeeld over 3 klassen;
- b. Semiverkeersopleiding (S.V.O.); duur 4 weken; aantal cursisten 20, 1 klas;
- c. Eerste Technische Opleiding (E.T.O.); duur 6 tot 8 weken; aantal cursisten 20, 1 klas;
- d. Aanvullende Technische Opleiding (A. T.O.); duur 20 weken (1 dag in de week); aantal cursisten 20, 1 klas;
- e. Voortgezette Opleiding Technische Assistenten (V.O.T.A.); duur 25 weken (1 dag in de week); aantal cursisten 20, 1 klas;
- f. Eerste Opleiding Technische Assistenten (E.O.T A.); duur 4 maanden; aantal cursisten 10 tot 20, 1 klas. N.B. Bij deze opleiding worden ook vakken als Nederlandse taal, exercitie, strafrecht, strafvordering en staatsinrichting gegeven.
- g. De rijopleiding voor personeel, dat niet is geslaagd voor het korpsrijbewijs; duur 14 dagen; aantal cursisten 4.
- h. Antislipopleidingen, in principe voor alle personeelsleden, duur 1 dag; aantal cursisten 4, binnenkort 8, per dag.
- i. Voortgezette rijopleidingen voor: recherche volgploegen, leden Veiligheidsdienst Koninklijk Huis en ambtenaren ex. art. 109 W.V.R.; duur één of meer weken; aantal verschillend.
- j. Cursus Stafofficieren Verkeerszaken. (C.S.D.V.);
duur 8 weken; aantal cursisten 7 à 10.
De cursussen a, b, d, e, g, h en i zijn doorlopend, terwijl de andere incidenteel worden georganiseerd. Wij zullen in volgende uitgaven van ons verkeerstijdschrift op de voornaamste van deze opleidingen uitvoerig terugkomen.
Daarnaast is de Verkeersschool belast met het dagelijks testen van 4 tot 6 personeelsleden voor het Korpsrijbewijs (9 categorieën). Soms worden er studiedagen georganiseerd voor kaderleden van de verkeersonderdelen.
In de loop van 25 jaar is de Verkeersschool uitgegroeid van een schooltje tot een volwassen school en wij hopen dat de school in het kader van haar taak nog tot in lengte van jaren (misschien t.z.t. samen met de Verkeersschool van de Gemeentepolitie) een bijdrage mag leveren tot verhoging van de verkeersveiligheid.
In mei 1974 werd aandacht besteed aan het 25 jarig bestaan van de Verkeersschool, o.m. door het organiseren van een receptie met vele demonstraties. Aanwezig waren o.a. de toenmalige Minister van Justitie, Mr.van Agt, de wnd. Algemeen Inspecteur Korps Rijkspolitie, Kolonel Hoogkamer, de oud-commandanten van de Verkeersschool en vele andere prominenten.
Een keramiekplaquette bestaande uit aanbouwelementen waarop de drie secties van de school staan uitgebeeld werd door de Minister Van Agt onthuld.
Op 22 mei werden door de ceremoniemeester Adj. Scheper de gasten verwelkomt in de hal van de Verkeersschool. Daarna verrichtte de Minister van Justitie, Mr. van Agt de onthulling van de keramiekplaquette.
Hieronder een artikel over het 25-jarig bestaan van de Verkeersschool in het Algemeen Politie uit 1974.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 7. De periode 1975 - 1985.
Adj.Kockelmann was inmiddels per 1 januari 1974 bevorderd tot Kapitein en verliet in 1976 het Korps Rijkspolitie met F.L.O. Adj. P. Scheper werd aangewezen als wnd. Hoofd “Bureau Opleidingen”. In 1976 werd Overste H. Van Laar Adjunct Directeur van de Verkeersschool.
Diverse opleidingen voor stafofficieren verkeerszaken werden in deze periode georganiseerd. Veel gastdocenten werden uitgenodigd voor het houden van inleidingen: Kolonel Van Kappel, hoofd ‘Afdeling toezicht Verkeersdiensten” van de Algemene Inspectie; Ir. Knols, hoofd afdeling Verkeersonderzoek Provinciale Waterstaat Limburg; Heer Carlquist, hoofd Afdeling statistiek en documentatie S.W.O.V; Ir Beukers, hoofd Dienst Verkeerskunde Rijkswaterstaat; Drs. Kraaij, Wetenschappelijk medewerker S.W.O.V.; Heer Van der Sanden, Commissaris van Politie te Nijmegen; Mr. Schamper, Advocaat-Generaal Gerechtshof Arnhem; Heer Van Doesburg, Hoofdcommissaris Utrecht en voorzitter van de C.P.V.C.; Mr. Herstel, Officier van Justitie Utrecht; Ir. Barkhof, Hoofd Technische Dienst A.N.W.B. Heer Nengerman, Hoofd Afdeling Voertuigdocumentatie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Voorts ander inleiders, verkeersspecialisten.
Incidenteel werd deze opleiding ook bijgewoond door jonge Officieren van de Rijkswacht Belgie.
Ook werden diverse rijopleidingen georganiseerd voor recherchevolgploegen chauffeurs van de Veiligheidsdienst Koninklijk Huis en voor ambtenaren ex-artikel 109 W.V.R.
Een nieuwe interne organisatie van de Verkeersschool kwam in deze periode tot stand. De Verkeersschool was intussen uitgebreid van een schooltje met 4 instructeurs, ongeveer 20 cursisten en een Wmr.1e kl. in 1949 tot een volwassen school met ongeveer 80 vaste personeelsleden,”een aflering” van ongeveer 1000 cursisten per jaar en een Directeur in de rang van Kolonel in 1978.
DIRECTEUR: H. van Laar ADJUNCT DIRECTEUR: J. Kamp STAFBUREAU: Hoofd: C.J. de Groot BUREAU OPLEIDINGEN Hoofd: P. Scheper SECTOR AUTO-EN MOTOR TECHNIEK Hoofd .: H. van Reeden
Docenten :
BUREAU ADMINISTRATIE Hoofd : P.F. Putter
AFDELING INTERNE ZAKEN Hoofd : P.F. PutterSECTOR ONDERWIJSMIDDELEN Hoofd : G.J. Westerman
|
BUREAU MATERIEELZAKEN
Hoofd : R.J. Colewij SECTIE RIJ- EN SURVEILLANCE TECHNIEKEN Hoofd: Th. Jaarsma Leden:
BUREAU ADVIEZEN RIJVAARDIGHEID Hoofd : G. de Vogel |
SECTOR VERKEERSVORMING
Hoofd : G.v.d. Bovenkamp
Docenten :
WAGENPARK Hoofd: J.M. Haveman Medewerkers:
HUISHOUDELIJKE DIENST Hoofd: J.A. Schaarman Medewerkers/sters
|
Naar > Fotoblad instructie auto ??????
- V.S.O. Verkeerssurveillanten Opleiding 18 weken verkeerssurveillanten bij de verkeersonderdelen
- AVSO Aanvullende Verkeerssurveillanten 1 week periodieke herhalingscursus voor hen, die de Verkeerssurveillanten Opleiding hebben gevolgd
- M.S.O. Motorsurveillanten Opleiding 3 weken de verkeerssurveillant die wordt ingedeeld als motorsurveillant.
- E.T.O. Eerste Technische Opleiding 14 weken verkeerssurveillanten, die worden opgeleid voor technisch specialist bij de verkeersonderdelen.
- A.T.O Aanvullende Technische Opleiding 1 week Aanvullende cursus, éénmaal per twee jaar voor hen, die de E.T.O. hebben gevolgd.
- E.O.T.A. Eerste Opleiding Technisch Assistent 17 weken ambtenaren in burgerrang, die worden ingedeeld als technisch assistent bij de verkeersonderdelen.
- V.O.T.A. Voortgezette Opleiding Technisch 1 week éénmaal per twee jaar voor hen die de E.O.T.A. hebben gevolgd.
- Assistent/Controleur.
- O.S.O.V. Opleiding Stafofficieren Verkeerszaken 8 weken officieren, die in die functie zijn/worden aangewezen.
- O.K.R.Opleiding korpsrijbewijs 2 weken voor hen die een rijksmotorvoertuig moeten besturen.
- Antislip Opleiding 1 dag, alle ambtenaren die een dienstauto besturen personeel van specialistische afdelingen.
- Opleiding Bediening Snelheidscontroleapparatuur 1 dag.
- Studie- en Kaderconferenties 3-5 dagen, kaderleden van de verkeersonderdelen.
- S.R.O. Speciale Rijopleidingen » 3 weken, ambtenaren, die met extreem zware rij taken worden belast.(o.a. recherche en veiligheidsambtenaren.
- Opleiding Verkeersschout , 4 weken, verkeersschouten, die tijdens hun tweejarige opleiding, kennis nemen van auto- en motor techniek en voortgezette rijopleiding ontvangen.
- Opleiding ambtenaren van het ministerie van Verkeer en Waterstaat , 1-4 weken, examinatoren in beroep" (art. 109 W.V.R.) die wets- en rijtechnisch worden voorbereid' op hun functie.
- Opleiding rijbewijs B-E studenten van de Nederlandse Politie Academie te Apeldoorn.
In 1978 bestond de personeelsvereniging “M.V.A.V” 10 jaar!
Kolonel van Laar en Adj. Scheper feliciteren het Bestuur.
De Directeur van de Verkeersschool Overste C.W. Bloemers Datum ????????????????????????wordt bevorderd tot Kolonel.
Achtereenvolgens waren Commandant van de Verkeersschool: J. P. Klaver (1949-1955), H. J. Dontje (1955-1958), Mr. A. J. Dek (1958¬1961), B. van der Meer (1961-1966), E. Spierenburg (1966-1971) en C. W. Bloemers (1971- .... ).
Al deze Commandanten hebben samen met hun medewerkers in de loop van de jaren gedokterd aan verhoging van het opleidingspeil, het organiseren van nieuwe opleidingen, het voeren van een beleid m.b.t. het aanpassen van de opleidingen aan de praktijkbehoefte, aan de interne organisatiestructuur en aan de moeilijkheden m.b.t. de gebrekkige accommodatie.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 8. Ruimtegebrek op de Varenkamp
Onderwijskundig is de school altijd “bij de tijd” gebleven. Echter met betrekking tot de huisvesting leek de tijd stil te staan. Vooral de slaapruimtes waren erbarmelijk en zelf ook gevaarlijk.
De opeenvolgende commandanten en hun directe medewerkers hebben in de loop der jaren al het mogelijke gedaan om de huisvesting in het algemeen en de slaapgelegenheden in het bijzonder op menswaardig niveau te brengen.
We moeten aannemen, dat ook de Rijkspolitie-autoriteiten hebben gepleit voor de zo absoluut noodzakelijke verbeteringen. Maar dat alles heeft hoegenaamd niets opgeleverd.
I.v.m. het ruimtegebrek op de Varenkamp zijn er in de loop der jaren heel wat plannen gemaakt om het ruimteprobleem op te lossen. Van een eenvoudige uitbreiding van de bestaande gebouwen tot een geheel nieuw complex op de Varenkamp of elders.
Een overzicht van een aantal plannen –al of niet uitgevoerd- volgt hieronder.
Bij het Gebruik van van de leslokalen werd noodzakelijkerwijs de theorie van de "vele makken schapen in een hok" toegepast. |
- Een plan om een nieuwe school (hoogbouw) op het voetbalveld te bouwen ging niet door (1960).
- Extra legering van cursisten in de Ernst Sillem Hoeve te Lage Vuurse (van 1961 tot 1970).
- De conferentie voor het kader van de Verkeersonderdelen werden gehouden in het conferentiecentrum “De Witte Hei” in Bosch en Duin (van 1961 tot 1970).
- De Verkeersschool zou verplaatst worden naar het voormalige Gerechtshofgebouw in Arnhem (Velperweg). De plannen waren al in een vergevorderd stadium; alle vaste personeelsleden van de Verkeersschool werden als woningzoekende in Arnhem ingeschreven. De plannen gingen echter niet door (1962-1963).
- Huisvesting cursisten vond ook plaats in een Jeugdvakantiecentrum bij Zeist (1967-1971).
- Plan voor nieuwbouw Verkeersschool Rijkspolitie en Verkeersschool Gemeente Politie te Enspijk in de gemeente Deil (1970-1972). Door het Rijk was een aantal hectaren bouwgrond aangekocht in Enspijk, dicht bij de Rijksweg Utrecht – Den Bosch, weliswaar aanvankelijk met een andere bestemming. Een uitvoerig plan van eisen werd in onderling overleg tussen beide Directeuren Verkeersscholen samengesteld. In 1971 kwamen daar twee moderne slipbanen, een instructiegebouw en een garage gereed. Deze banen werden in 1984 nog steeds gebruikt. (De slipbaan op het vliegveld Soesterberg moest in 1973 vervallen). In 1972 zou de bouw van de scholen worden aanbesteed. Wegens Overheidsbezuiniging werd echter het plan opgeschort en kwam in de ijskast terecht. In 1978 kwamen de (aangepaste) plannen weer uit de ijskast en leek er even op, dat de bouw toch zou plaatsvinden. In 1979 werd definitief besloten de bouw af te gelasten.
- In
Een hoekje van de slaapzolder in opgeruimde toestand. Hoe de situatie onder andere omstandigheden is laat zich raden. - Huisvesting van cursisten heeft ook nog plaats gevonden in een Hotelpension in De Bilt en Utrecht (1971-1972) en in een Hotel in Bilthoven (1973-1976).
- In 1972 gelukte het een dependance te huren in Bilthoven (“Zonneheuvel”) die tot dan in gebruik als Mulointernaat. Dat gaf wat opluchting voor huisvesting cursisten en het geven van onderwijs.
- In de jaren 1971 tot 1980 werd er driftig gebouwd op de “Varenkamp”; garageboxen; de oude slaapzolder werd grondig vernieuwd; een paviljoen (zowel voor huisvesting als t.b.v. het onderwijs kwam gereed); een verdieping boven op een gebouw van de Politie Technische Dienst ( de “Bovenkamer”) gaf aanzienlijk meer ruimte voor docenten, instructeurs en van klaslokalen. Tenslotte kwam in 1980 -na jaren aandringen- een nieuwe en moderne garage/werkplaats gereed.
Foto links. Het gebruik van de hefbrug moest in de open lucht, hetgeen bij slecht weer niet echt aantrekkelijk was. Foto rechts. Hoe er met duur en kwetsbaar materiaal en gereedschap moest worden omgegaan toont deze foto. |
Op maandag 11 juni 1975 werd op het terrein van de Varenkamp te Bilthoven de accommodatie van de Verkeersschool uitgebreid met een nieuwe ruimte voor cursisten en rij-instructeurs. Als waardering voor het bij de juiste instanties voortdurend attenderen op het hopeloze tekort van huisvesting en lesgelegenheid bij de Verkeersschool, alsmede voor zijn vasthoudendheid om de totstandkoming van het gebouw – na goedkeuring – zo snel mogelijk te realiseren, meende het vaste personeel dat tot uitdrukking te moeten brengen door het gebouw de naan te geven van toen huidige directeur van de Verkeersschool namelijk het “C.W. Bloemerspaviljoen” . Bron RP-magazine oktober 1975.
Foto links. Vanaf september 1971 is de Zonneheuvel te Bilthoven enige jaren als dependace gebruikt. Zowel als slaapgelegenheid als voor het geven van theorielessen.
Foto rechts. Een kijkje in het theorielokaal van de dependance “De Zonneheuvel” te Bilthoven, waar onder leiding van owmr. Brouwer op 18 januari 1972 werd gestart met de “Voortgezette Opleiding Technische Assistenten” (V.O.T.A.), die eens per week plaats vonden tot en met 5 juli 1973 duurde. De opleiding kwam in grote lijnen overeen met de “Aanvullende Technische Opleiding” (A.T.O.) zij het, dat tijdens de V.O.T.A. meer aandacht werd besteed aan het opmaken van een processen-verbaal in het kader van hun werkzaamheden. Hiermede ging zowel voor de assistenten als wel voor de school een lang gekoesterde wens in vervulling, waarmee in een behoefte werd voorzien.
In 1984 verhuist de Verkeersschool van Bilthoven uiteindelijk naar Apeldoorn (de voormalige Eerste Opleidingsschool “De Weijert” Tot droefenis van vele. Want de sfeer op “de Varenkamp was altijd zeer goed”. Bijna alle Rijkpolitiemannen en vrouwen zijn er wel geweest. Van het afleggen voor een rijtest voor het Korpsrijbewijs tot het volgen van een maanden lange cursus.
Naar > de index van dit document
HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN
VERKEERSSCHOOL BILTHOVEN 1949-1984
De historie van en herinneringen aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie op “De Varenkamp” te Bilthoven.
Hoofdstuk 9. Het einde van het tijdperk de Varenkamp.
Op 3 september 1984 werd op de Varenkamp een begin gemaakt met koffers pakken en verhuisd de Verkeersschool van de Rijkspolitie naar het complex "de Weijert" te Apeldoorn. De verhuizing was een vooraf goed geplande operatie.
Er kwamen maar liefst 75 rolcontainers, 1000 kisten en dozen aan te pas om de 625 kubieke meter aan inboedel te verhuizen. Een trekker met twee opleggers en een vrachtauto maakten enkele ritten tussen de Varenkamp te Bilthoven en de Weijert te Apeldoorn. Een autotranssporter maakte acht tochten om de 60 auto’s en wat ervoor doorging over te brengen.
Voor vele (oude) personeelsleden maar ook voor cursisten was de verhuizing een afsluiting van een mooie tijd. Op de Varenkamp was in 1948 de Verkeersschool geboren en in de loop der jaren uitgegroeid tot een groot en zeer gewaardeerd instituut. Op 14 september 1984 was men de verhuizing reeds meester. Er vond een kennismaking plaats tussen de nieuwe en oudere bewoners van “de Weijert” en op 2 oktober 1984 namen de lessen in een nieuwe omgeving in Apeldoorn een aanvang.
Laatste foto gemaakt van het personeel voor de Villa op de Varenkamp.
Van "De Varenkamp" te Bilthoven naar "De Wijert" te Apeldoorn
Herrieneringscollage van "de Varenkamp".
In aanloop naar de reorganisatie van de Nederlands politie werden op 1 juli 1990 de Verkeersscholen van de Rijkspolitie en Gemeentepolitie samengevoegd tot het Politie Verkeersinstituut (PVI). In verband met deze samenvoeging werd onderstaande folder uitgebracht.
Met de sluiting van de Verkeersschool op de Varenkamp kwam er een einde aan een mooie tijd voor personeel en cursisten. Welke Rijkspolitieman heeft daar niet een of meerdere cursus mogen volgen. En wat een geweldige sfeer hing daar altijd. Het was natuurlijk allemaal mooi wat je daar meemaakte, De rijinstructie met de auto en de motor op de weg, het rijden op Zandvoort en op de slipbaan. Zelfs de theorielessen heb ik nooit saai gevonden.
Theo Scholte.
Naar > de index van dit document
-
Categorie: OPLV Opleiding en Vorming
-
Laatst bijgewerkt op 07 maart 2024
-
194919 keer bekeken
- Lorem ipsum dolor sit amet.
Zoeken op deze site
Nieuwste artikelen
- Pagina Landgroep LUYKSGESTEL
- Pagina Landgroep BERGEIJK
- Pagina Landgroep BUNSCHOTEN
- Reünie Klas C 1975 Opleidingsschool Horn
- RP Parketgroepen in ontwerp
- RP en de Kustwacht in ontwerp
- Pagina Landgroep ROSMALEN
- Pagina Landgroep SLEEUWIJK / WOUDRICHEM
- Pagina Districtsstaf ALMELO
- Pagina landgroep BEDUM
- Opvang- Stagegroep SCHEEMDA
- F.G. Veltink. 25 jaar ambtenaar bij het Korps Rijkspolitie.
- VWS Brochure 1969 Rijkspolitie
- Pagina landgroep VOORST
- Laatste Site-info d.d. 30-12-2023
- AVD Archief R. Hiddinga
- AVD Gehuwd en twee kinderen
- AVD 25 jaar. Wie is die vogel
- Menu De oprichting en opbouw van de R.P.
- M.E. Archief De gijzelaar v. Nijmeijer De Punt 1977